Aiguille Verte – Naïa

South face of Aiguille Verte bathing in the sun light

South face of Aiguille Verte bathing in the sun light

Me climbing the steel ladders on the approach

Me climbing the steel ladders on the approach

Wouter taking in the views

Wouter taking in the views

Crossing snow fields on the way to the Charpoua hut

Crossing snow fields on the way to the Charpoua hut

That's me

That’s me

Charpoua glacier, the hut is on the rock island

Charpoua glacier, the hut is on the rock island

Gazing at the south face

Gazing at the south face

#selfie

#selfie

Hut life

Hut life

An early start, romping up the glacier

An early start, romping up the glacier

The first easy pitches

The first easy pitches

Looking down the first easy pitches

Looking down the first easy pitches

Almost at the belay

Almost at the belay

The views are spectacular, the Grandes Jorasses in the back

The views are spectacular, the Grandes Jorasses in the back

Closing in on the steeper pitches, they were quite thin

Closing in on the steeper pitches, they were quite thin

Wouter on the first steep pitch

Wouter on the first steep pitch

How nice is this for a couloir?

How nice is this for a couloir?

Close to the mixed finish of the couloir

Close to the mixed finish of the couloir

On the Sans Nom Ridge in high winds!

On the Sans Nom Ridge in high winds!

After the first obstacles on the ridge it became easier and really scenic

After the first obstacles on the ridge it became easier and really scenic

Pretty narrow ridge traversing

Pretty narrow ridge traversing

Just before the last few gendarmes on the Sans Nom Ridge

Just before the last few gendarmes on the Sans Nom Ridge

Summit in white out conditions, it was bitterly cold and windy

Summit in white out conditions, it was bitterly cold and windy

We descended the Whymper Couloir (seen in the back) and slept in the Couvercle hut

We descended the Whymper Couloir (seen in the back) and slept in the Couvercle hut

A video of our ascent

NK Masters Indoor

Start-horden_2

Op 15 en 16 februari vond het NK Masters Indoor plaats in de mooie Omnisport in Apeldoorn. Zelf deed ik mee aan drie onderdelen, namelijk de 60m, de 60m horden en de 200 meter.

60m
De zaterdag begon met de series voor de 60m. De 9 deelnemers startten verdeeld over 2 series, ik mocht plaatsnemen in de tweede. Er waren 8 finaleplaatsen te vergeven, dus er hoefde maar 1 persoon af te vallen. Mijn doel was om niet die persoon te zijn. In mijn serie startten we met 5 personen. De starter wachtte erg lang met het startschot en ik wou zo graag. Een valse start! Balen. Weer opladen. Terug in het startblok. Nu blijven zitten tot ná het startschot. Gelukkig nu wel goed weg en ik eindigde als vierde. Mijn eerste doel was bereikt :-) Daarna was het zaak wat warm te blijven en weer wat korte versnellingen te lopen om scherp te zijn voor de finale.

Bij de finale wilde ik graag zonder valse start lopen, dus hield ik een beetje in. Jammer natuurlijk, want dat kost tijd. Ik kwam als  laatste over de streep in een tijd die een paar honderdste boven mijn pr zit. Maar goed, je kunt niet elke dag een pr lopen toch?

60mH
Ongeveer anderhalf uur later moesten we ons opmaken voor de 60mH. Omdat we hier met slechts 7 deelnemers waren, hoefden we geen series te lopen. We stonden automatisch in de finale. Omdat ik nog maar een paar hordenwedstrijden heb gelopen (ik ben pas in november met horden begonnen) is het voor mij nog voornamelijk een kwestie van overleven. Tijden zijn niet belangrijk, het gaat om de wedstrijdervaring. Ik kwam niet echt lekker in mijn ritme en moest al snel de geplande 3-pas laten gaan en moest in een 4-pas verder. Dat is natuurlijk een stuk langzamer, maar je komt er wel mee over de streep. En uiteindelijk werd ik vijfde, dus zo slecht ging het ook weer niet.

200m
Op zondag werd de 200m gelopen. Hier waren 8 deelnemers en 6 plaatsen beschikbaar voor de finale. Er werden dus 2 series gelopen. Van elke serie gingen de eerste 2 door en van beide series dan nog de 2 tijdsnelsten. Dat werd mijn doel, de finale! In de serie startte ik in baan 3, best een gunstige baan. De bocht is nog niet heel stijl en ook niet extreem scherp. Wel is het erg wennen dat de bochten schuin zijn. Ik finishte als derde en mijn tijd was goed genoeg om door te gaan naar de finale. Yes, weer een doel bereikt!

In de finale moest ik in baan 6 lopen, de buitenste baan met de stijlste bochten. Als je in je startblok zit, dan rol je bijna om. Toch ging het goed. Ik liep lekker en technisch beter dan in mijn serie. Ik kwam als vijfde over de finish, dik tevreden!

 

Resultaten:

60m serie – 8,27s
60m finale – 8,15s (8e)
60mH finale – 10,57s (5e)
200m serie – 25,94s
200m finale – 25,86s (5e)

Italiaans ijs en cappuccino, een weekje klimmen in Cogne

In december werd ik benaderd door Martin Ophey, een klimmert die ik ken via Alpien+ (een project van de NKBV). We hadden daar goed contact, maar tot samen klimmen was het niet gekomen. Hij was op zoek naar een klimpartner voor wat grotere winterroutes in de Alpen en daar ben ik altijd snel voor te porren. Dus begin januari de auto volgeladen en richting het zuiden gereden. Alleen waren de weersomstandigheden niet goed voor alpiene ondernemingen. Te warm, geen ijs, teveel sneeuw, overal schortte er wel wat aan. Maar Martin had een goeie oplossing. De afgelopen jaren is hij, door dezelfde redenen, regelmatig gestrand in Cogne in Italië. Dit is een waar ijsklimparadijs. Tientallen watervallen smeken daar om beklommen te worden. En dit jaar helemaal, een aantal watervallen die zich zelden vormen, waren nu wel gevormd. Zelf was ik er pas 2 keer eerder geweest, dus voor mij viel er genoeg nieuws te ontdekken.

De eerste dag klommen we de überklassieker Tuborg (WI 4+/5) en E Tutto Relativo (WI 4). Leuke routes om er weer in te komen en te wennen aan het stijle ijs.

01_Tuborg

Martin in de eerste lengte van Tuborg

02_Tuborg

Ik in de tweede lengte van Tuborg

03_E-Tutto-Relativo

Martin in de tweede lengte van E Tutto Relativo

De volgende dag was het helaas te warm om veilig te kunnen klimmen. Deze dag hebben we gebruikt om wat mogelijke lijnen te inspecteren. Toen 10 meter achter ons een natte sneeuwlawine over het pad gleed wisten we dat we de juiste beslissing hadden genomen om een dag over te slaan…

Gelukkig ging het ’s nachts weer vriezen en ’s ochtends konden we zo A la mémoire du bouquetin (WI 5+) klimmen. Nou ja, de eerste lengte dan. Daarna werd het ijs ons te dun en zat niet meer vast aan de rotsen. Maar die eerste lengte was wel erg mooi, stijl en continue. Zo’n 25 meter 90 graden met daarna een grote scheur door de vrijstaande sigaar. WTF?! Martin? Ik dacht dat je een geintje maakte!

04_Memoire

De eerste lengte van A la mémoire du bouquetin

Hier ontdek ik dat Martin géén geintje maakte…

Na deze mooie beklimming liepen we een stukje terug naar Stella Artice. Hiervan beklommen we soepel de eerste lengte en vonden een mooie beschutte standplaats achter de vrijstaande cigaar die de tweede lengte vormt. Het was echter niet echt koud en het water stroomde hard over de cigaar heen. Bovendien kwamen in de route naast ons 2 grote ijspegels van een paar honderd kilo naar beneden. Dit was voor het teken om weer ab te seilen en verder te gaan kijken naar een veiliger waterval. Die vonden we even verderop in Stalattit di Cristallo (WI 4+). Deze route bestaat uit 1 lengte van 35 meter en is nog best grappig. Nadat we hem alletwee hadden voorgeklommen was het voldoende voor de dag en besloten we de cappuccino in Cogne aan een vergelijkend warenonderzoek te onderwerpen.

06_Stella-Artice

Stella Artice

07_Stella-Artice

De eerste lengte van Stella Artice

08_Stalattite-di-Cristallo

Mooi klimmen op Stalatitte di Cristallo

Na de nodige spanning en inspanning van de laatste dagen besloten we om van de zondag een korte dag te maken. Ons oog was gevallen op Sentinel Ice (WI5) in Valnontey. Het bleek toch nog een stevige klim te zijn, maar wel weer erg mooi. De eerste lange lengte knipten we in twee kortere, dat leek ons logischer. Er is ook gewoon een standplaats halverwege die lengte aan de rechterkant. De laatste lengte is weer een vrijstaande pilaar, die deze keer onderaan erg dun was. Delicaat klimmen dus.

09_Sentinel-Ice

Martin geniet in Sentinel Ice

In een bar in Cogne hadden we gelezen dat Repentance Super (WI 6) was geklommen. Ondanks de omschrijving van de beklimmers (delicaat, bloemkoolijs) hadden we vrij snel de knoop doorgehakt om daar eens te gaan kijken en een poging te doen. Om zeker als eerste bij de route te zijn waren we extra vroeg opgestaan en in het donker zochten we onze weg door het dal naar Repentance. Onze strategie had gewerkt en we waren als eerste bij de waterval. Inmiddels was het licht geworden en konden we onze nekken pijnigen door heel ver omhoog te kijken. Wat een beest! En wat stijl! Behoorlijk onder de indruk bonden we ons in en begon Martin te klimmen. Delicaat was het zeker! Grote schoepen ijs, zoiets hadden we beiden nog nooit geklommen. Onzeker over de kwaliteit van het ijs, het lastige afzekeren en een niet ideale routekeuze zorgde ervoor dat Martin te laag al een standplaats in het ijs moest maken. Nadat ik naar hem toegeklommen was, zagen we onder ons al twee touwgroepen staan te trappelen om ook de route in te stappen. We vonden dat we niet zeker genoeg klommen en ook de druk van de touwgroepen onder ons, deed ons besluiten om af te dalen. Aan een goeie abalakov konden we abseilen. Eenmaal weer bij onze rugzakken aangekomen konden we goed zien hoe anderen zoiets aanpakten. Dit bleek een goede les te zijn en een volgende keer gaat het ons zeker lukken!

10_Repentance

Repentance Super!

11_Repentance

Even uitschudden

12_Repentance

Delicaat klimmen op bloemkoolijs

13_Repentance

Onder de indruk

Uiteraard vonden we het jammer dat we Repentance niet hadden uitgeklommen, maar we waren wel erg blij met alles wat we geleerd hadden. Nu hadden we nog 1 klimdag over, maar het ging sneeuwen. Een tweede kans op Repentance zat er dus niet in, maar we hadden nog wel een appeltje te schillen met Stella Artice. En dus liepen we dinsdag weer die kant op. De eerste lengte ging makkelijk en al snel stonden we weer onder de douche aan de voet van de sigaar. Het bleek erg lastig klimmen te zijn. Een klimmer voor ons had alle treden kapotgetrapt en zo werd het interessant klimmen.

14_Stella-Artice

Martin in de stijle lengte van Stella Artice (foto: Jon Bracey)

Omdat we er geen genoeg van konden krijgen, zijn we nog naar een klein gebiedje langs de weg tussen Cogne en Lillaz gereden en hebben daar nog een watervalletje van 25 meter geklommen.

Tot de dag ervoor trok ik netjes elke dag sportschoenen aan voordat ik achter het stuur van de auto kroop. Maar deze dag was ik het zat en had ik mijn D-schoenen aan. Dat reed eigenlijk best goed en ’s middags deed ik dat dus weer. Maar op de een of andere manier vond ik het lastiger rijden dan ’s ochtends. Toen we in Cogne uitstapten zag ik wat er aan de hand was, ik had mijn stijgijzers nog onder! Ik geloof dat het hoog tijd was om te stoppen… We waren eindelijk voldaan en konden we op weg naar een (drie) heerlijke pizza.

15_Langs-de-weg

Horden, sprint en modder

Dit weekend stonden er twee wedstrijden op het programma. Gisteravond in het Galgenwaard in Utrecht 60 m en 60 m horden indoor en vandaag in Emmeloord de clubkampioenschappen modderstampen (cross) bij AV NOP in Emmeloord.

Rond 21 uur vrijdagavond stond de 60 mH gepland. Dus mooi op tijd inlopen in de regen, want binnen was daar geen ruimte voor. Na het inlopen naar binnen om te rekken en wat korte sprintjes te lopen. En om 21 uur melden bij de wedstrijdleiding om de serie-indeling te horen. Iederen moest bij elkaar blijven, met 60 man op een kluitje, om je serie af te wachten. Ik heb daar ongeveer drie kwartier koud en stijf staan worden voordat ik aan de beurt was. We kregen tijd om 1 startje te doen en daarna moesten we ons direct al gereed maken om te gaan lopen. Bizar, ik had slechts over 1 horde kunnen springen na zo lang stil gestaan te hebben. Nergens was een andere mogelijkheid om in te lopen voor de horden. Dit kon alleen maar een drama worden. En dat werd het ook. Ik kwam bij de tweede horde totaal verkeerd uit en liep er zo ongeveer dwars doorheen. Gefrustreerd duwde ik hem met mijn handen om en liep daarna toch maar de race uit. Omdat de snelheid natuurlijk totaal ontbrak kwam ik bij elke horde slecht uit en vlak voor de finish struikelde ik ook nog en kon ik nog net overeind blijven. Omdat ik “hands” had gemaakt werd ik natuurlijk gediskwalificeerd. Door deze ervaring met hordenlopen heb ik besloten niet meer in Utrecht te gaan lopen, zonde van de tijd en energie.

Daarna kon de 60 m gelopen worden. Die ging gelukkig een stuk beter. Je moet bij inschrijving een recente tijd opgeven, maar omdat dit mijn eerste 60 m moest worden, had ik natuurlijk nog geen tijd staan. Bij de inschrijving had ik 8,90 s opgegeven en ik finishte in een tijd van 8,28 s. Blij blij blij :-) Nu op naar een tijd onder de 8 seconden :-)

En vandaag (zaterdag) dus de clubkampioenschappen. Voor het eerst was er nu ook de mogelijkheid om de korte cross van 2000 m te lopen. Mooi voor mij, anders had ik niet meegedaan. Er was een leuk parcours uitgezet vanaf de atletiekbaan waar de nieuwe trainingsheuvel ook in was opgenomen. Ik had me (weer) voorgenomen om nu eens echt niet te hard te starten en dat is nog gelukt ook. De eerste ronde heb ik achter Marleen aangelopen en kon het tempo eigenlijk makkelijk volhouden. Bij het ingaan van de tweede ronde was het op voor Marleen en moest ze van het gas af. Alleen bleek toen Kevin te zijn aangehaakt en samen liepen we richting de finish, Kevin telkens een paar meter voor me. Aan het einde zat nog die trainingsheuvel en Kevin kon daar iets bij me weglopen. Ik hoopte hem nog met een flinke eindsprint terug te pakken, maar Kevin hoorde me en perste er zelf ook nog een goede sprint uit. Hij finishte 2 seconden voor me. Kevin werd zo knap tweede, na Joost. Zelf werd ik dus derde in een tijd van 7,31 min. Terugkijkend op een geslaagde wedstrijd konden we daarna in de kantine aanschuiven voor de nieuwjaarsborrel met bijbehorende heerlijke oliebollen. Het nieuwe jaar is goed begonnen!

O ja, en ook het vermelden waard: Jacolien is clubkampioen geworden! Gefeliciteerd Jacolien!

Horden

Mijn eerste hordenwedstrijd

Mijn laatste hardloopwedstrijd in 2013 was in de Ookmeerhal in Amsterdam. Een prachtige topsportlocatie waar een mooie 6-laans kunststofbaan ligt. Hier ben ik heengegaan om mijn eerste hordenwedstrijd te lopen. Mijn doelen waren ten eerste om zonder te vallen de race uit te lopen en daarna hopelijk onder de 10 seconden te finishen. Mensen die wel eens horden hebben gelopen, weten hoe lastig dit onderdeel is. En ik ben er net een paar weken geleden mee gestart…

In eerste instantie was ik ingedeeld bij de senioren, waar de horden op 1,07 m hoogte staan. Bij de M35+ horen ze op 99 cm te staan. Ik moest lullen als Brugman om bij de JA mee te kunnen lopen, daar staan de horden namelijk ook op die hoogte. Gelukkig ging men daar vlak voor de start nog mee akkoord en werd ik snel in een andere serie ingedeeld.

De race ging goed en beide doelen heb ik gehaald! Netjes over alle horden gesprongen, ik kon mijn ritme houden en kwam steeds goed uit voor de volgende horde. En in een tijd van 9,93 seconden. Hier was ik natuurlijk erg blij mee. En omdat we toch in Amsterdam waren, was dat een mooie gelegenheid om Klimhal Amsterdam weer eens te bezoeken. Echt een leuke hal met mooie routes!

Phanos

Alaska – Ruth Gorge

Eind april 2013 ga ik samen met Wouter van Dijk terug naar Alaska. Het doel is het beklimmen van verschillende bergen via sneeuw-/ijsroutes in alpiene stijl. Beklimmingen kunnen meerdere dagen in beslag nemen. Onze uitvalsbasis is de Ruth Gorge, een deel van de enorme Ruth Gletscher. Hier staan bergen die wel 2000 meter boven de gletscher uitsteken. Dergelijke grote wanden zijn in de Alpen niet te vinden. De Ruth Gorge ligt in de schaduw van de Denali, de hoogste berg van Noord Amerika en door zijn noordelijke ligging de koudste berg ter wereld. In 2010 heb ik met Wouter de Denali beklommen.

Lees hier meer over op onze expeditiepagina.

 

Powdherhouse-Agencies-logo-300x62 bergsportwinkel_01 image007

Mont Blanc du Tacul – Gabarrou-Albinoni (500 m, TD-, III 4+)

Gabarrou-AlbinoniDe weersvoorspellingen waren redelijk voor een week, maar de woensdag zou veruit de beste dag worden. Daar moesten we van profiteren. Het enige probleem was dat we pas dinsdagavond konden vertrekken…

Na de hele nacht door te hebben gereden, kwamen we om half 4 ’s ochtends aan in Argentière. We zetten de wekker op 7 uur en kropen nog even onze slaapzak in. De rugzakken hadden we thuis al ingepakt, dus we konden daarna snel vertrekken.

Om kwart over 8 gingen we met de kabelbaan naar de Aiguille du Midi en boven aangekomen klikten we onze ski’s onder. Nou ben ik geen natuurtalent op ski’s, zeker niet op mijn bergschoenen en met een rugzakje op. Maar na wat fraaie tuimelingen (en wat getier) kwamen we toch mooi op tijd aan bij de instap van Gabarrou-Albinoni en Modica-Noury. Er waren drie touwgroepen voor ons. Omdat er twee kozen voor Modica-Noury, besloten wij om Gabarrou-Albinoni in te stappen om zo minder last te hebben van vallend ijs.

De route begint met een 300 meter hoge sneeuwflank die we makkelijk konden soleren. De touwgroep voor ons zekerde een deel van deze helling uit, waardoor we toch vlak achter ze kwamen te zitten. Hierna volgen 5 stijle ijslengtes, die nergens moeilijk worden. In de tweede lengte moest ik van een ijsgeul rechts via een paar drytoolmoves naar een geul links klimmen. Dit waren de moeilijkste passen. De vierde stijle lengte is het mooist, deze is lekker smal en is iets technischer dan de rest. Daarna volgt nog een stukje stijl ijs en wat losse rotsneeuw naar de laatste standplaats. Het is gangbaar om hier te beginnen met abseilen, wat wij ook deden.

Het abseilen viel ging zonder problemen, alleen het aantal abseils viel ons wat tegen. Beneden aangekomen bleek ons water bevroren (duh, het was -15…). Tijd om de ski’s weer onder te klikken en te beginnen aan de lange glijpartij terug naar Chamonix. Het was voor mij de eerste keer dat ik de Vallee Blanche afskiedde/tuimelde/vloekte. Misschien volgende keer toch maar skischoenen mee…

De volgende ochtend begon het te sneeuwen, hard te sneeuwen. Dit betekende het einde van deze klimtrip. Korter dan gehoopt, maar we hebben enorm genoten van deze mooie beklimming. En dan nu verder met de voorbereidingen voor onze trip naar Alaska eind april :-)

Gabarrou-Albinoni_05

Gabarrou-Albinoni_03

Gabarrou-Albinoni_06

Gabarrou-Albinoni_02

Gabarrou-Albinoni_04

NK IJsklimmen

NK-IJsklimmen-01Ergens in Bodegraven, op een boeren erf, is de afgelopen vorstperiode hard gewerkt. Hard gewerkt aan een 10 meter hoge ijstoren. Deze ijstoren was op woensdag 23 januari het decor voor het officieuze NK ijsklimmen.

In samenwerking met de NKBV heeft ijsmeester Knoope drie routes op de wand uitgezet. Rechts de kwalificatieroute voor de dames, links voor de heren en door het midden een finaleroute. Een dikke honderd bezoekers moedigen de klimmers aan, camera’s klikken en er wordt warme chocomel en heerlijke patat verkocht. Het is een feestje voor iedereen.

NK-IJsklimmen-02Er komen 10 dames en 23 heren opdagen om hun vaardigheden te testen op het stijle ijs. Zelf mag ik als 21ste starten. De route is niet extreem technisch, dus er zijn al een hoop klimmers geweest die de route hebben uitgeklommen. Omdat er maar 6 klimmers doorgaan naar de finale, is een snelle tijd belangrijk om kans te maken. Bij de instap verspilde ik wat tijd, maar daarna herpakte ik mezelf en klom vlot door het middendeel. Helemaal bovenaan de route was een grote zone waar je je bijlen in mocht plaatsen. Mijn linker bijl zat links onderin, maar de eindgreep bleek toen nog te ver weg. Ik plaatste mijn bijl hoger in het dunne ijs. Op het moment dat ik hoger wilde gaan staan, vloog die bijl uit het ijs en ik ook. Met een hand en twee voeten los van het ijs bleef ik aan een hand hangen. Het lukt me om weer een voet op het ijs te krijgen en ik deed weer mee! Maar een paar seconden later overkwam hetzelfde me nog een keer… Weer herstelde ik en daarna lukte het me beide bijlen in de eindgreep te plaatsen. Helaas had ik door deze stunts wel de nodige tijd verloren. Uiteindelijk bleek het voldoende voor een 12de plaats.

De finaleroute zag er pittig uit. Vooral de stevig overhangende instap en de drytooluitklim zagen er niet makkelijk uit. Voor veel dames bleek de instap ook het eindpunt te zijn. Jammer, geen spectaculaire finale. Bij de heren ging het beter en was het spannender. Een enkeling geraakte tot het drytoolgedeelte. Bij de mannen mag Laurens Machiel zich ijskampioen noemen, bij de dames is dat Corien Prins.

Hier staat de volledige uitslag. De foto’s zijn van Reinier Rijke. Bekijk hier meer foto’s.

Aiguille Verte – Nant Blanc

Aiguille-VerteInmiddels ben ik nu een week terug van mijn laatste trainingsweekend in de Alpen voordat ik met Wouter naar Alaska vertrek voor onze poging om de Denali te beklimmen via de Cassin graat.

Enkele weken geleden was de jaarlijkse contactdag van de CEAT in Zoetermeer. Daar sprak ik o.a. met Sam van Brempt, een enthousiast alpinist uit Belgie en deelnemer van het mooie MountCoach project. Ik wist dat hij samen met Joris van Reeth hetzelfde doel als wij voor ogen heeft in Alaska. We spraken af dat als de kans zich zou voordoen, we wel eens samen konden gaan klimmen. Die kans liet niet lang op zich wachten, en zo vertrokken Sam en ik een dikke week geleden naar Chamonix. Wordt dit de eerste internationale klimsamenwerking van de CEAT?

Woensdagavond reed ik naar Antwerpen om Sam op te halen en de volgende ochtend liepen we door Chamonix voor wat laatste inkopen en het weerbericht. Dat zag er goed uit! We werden er op geattendeerd dat de Nant Blanc wand op de Aiguille Verte er mogelijk goed bij lag. Twee paar ogen begonnen te fonkelen.

Om twee uur ‘s nachts probeerden we wat te eten en te drinken alvorens we de afdaling richting de wand zouden maken. Overnachten kon prima in het kabelbaanstation van de Grand Montets, slaapzakken, matjes, brander en overige “overbodigheden” konden ‘s ochtends met het eerste liftje mee naar beneden. Dat konden we later wel weer ophalen. We klommen zeer licht, ieder 2 liter water, 8 snacks, 1 bivakzak en 1 hoofdlampje in de rugzak, 1 paar ski’s voor de afdaling aan de buitenkant. Het mag duidelijk zijn dat we de wand in 1 dag wilden beklimmen. Onze route zou de British Route (Cohen/Collister, 1000m V 5 ED1) worden.

Al snel werd duidelijk dat de sneeuwomstandigheden net zo beroerd waren als dat ze de hele winter al waren geweest. De sneeuw had geen draagkracht en viel vaak onder je voeten uit elkaar. Hierdoor weken we vaak uit naar het ijs, dat keihard waterijs bleek te zijn. Het begin van de British Route lag nagenoeg droog, dus daar kozen we voor de klassieke Charlet/Platonov waarna we schuin rechts naar boven aanhielden. We klommen gelijktijdig, dus het schoot lekker op. Ook het dunne ijs op de stijle platen bovenaan de pijler van de British Route gingen nog simultaan.

Vanaf hier hebben we de route uitgezekerd waardoor het tempo omlaag ging. De sneeuw bleek steeds vaker een spelbreker en het harde ijs zorgde voor schreeuwende kuiten. Stijl ijs werd gevolgd door mooi mixed klimmen. Hier vond ik het eerste horizontale stukje in deze stijle wand, en ik maakte hier dankbaar gebruik van door Sam zittend na te zekeren.

Verte 01Eenmaal aan het begin gekomen van de “echte” moeilijkheden, een aantal zeer stijle mixed lengtes in de topwand, kregen we in de gaten dat een beklimming hiervan in 1 dag waarschijnlijk niet zou gaan lukken. Het vooruitzicht om in die lengtes door het donker te worden overvallen, deed ons besluiten om verder naar links te traverseren en daar via iets gemakkelijker (4+) terrein naar de topgraat te klimmen. Daar konden we dan eenvoudiger een bivak inrichten.

Op dat moment was de lucht helemaal betrokken, ons wereldje bestond nog slechts uit een cirkel van 20 meter om ons heen. Helaas bleek het allemaal nog niet zo eenvoudig als gehoopt, de continue inzakkende sneeuw dwong ons zeer voorzichtig te klimmen. Uiteindelijk vond Sam een paar lengtes onder de topgraat een plekje dat misschien wel een bivakplekje zou kunnen worden. Na driftig gehak in het harde ijs hadden we een plateautje dat net groot genoeg was om naast elkaar te kunnen zitten. Met ski’s bouwden we een constructie die we opvulden met sneeuw, een bankje met een geweldig uitzicht was het resultaat. Een korte inventarisatie van het resterende eten leverde voor elk van ons nog 2 powergelletjes op en een slokje ijswater. De gelletjes werden bewaard voor de volgende dag. Bij temperaturen van -15 graden bleek het een koude nacht in onze bivakzak.

Verte 02Het voordeel van het gebrek aan eten is dat je ‘s ochtends snel kunt gaan klimmen, je hoeft geen tijd te besteden aan het ontbijt. Vanaf de bank kon ik Sam zekeren, een luxe positie in een wand die een gebrek heeft aan horizontale plaatsen.

Verte 03Aan het begin van de middag bereikten we eindelijk de topgraat, we klommen de zon tegemoet. Het ging naar links over de graat naar de top van de Aiguille Verte, de beloning was groot. Het uitzicht van deze fantastische top is overweldigend. De Grandes Jorasses, de Grand Charmoz en de Mont Blanc, ze lijken allemaal binnen handbereik.

Verte 04De afdaling ging via het Whymper Couloir. Ik heb geprobeerd het aantal abseils te tellen, maar na 10 raakte ik de tel kwijt. Ik schat het aantal op 17. Daarna de ski’s onder de D-schoenen (en weer op de schouder en weer onder de schoenen…) voor de afdaling naar Montenvers. De klim naar Montenvers bleek officieel gesloten te zijn, er lag een heel dik pak sneeuw op het pad. Natuurlijk hield dat ons niet tegen, maar wederom ging het tempo omlaag. Rond middernacht bereikten we, volledig uitgeput, het station en we vielen op een bankje in slaap.

 

Bekijk voor een impressie het filmpje.