Grande Aiguille de la Bérarde – Granitude

Grande Aiguille de la Bérarde (3421m) – Granitude en Noordwestgraat 500 meter + 450 meter (6a D+)

La Bérarde – 22/23 augustus 2020

Zaterdag 22 augustus 

Nadat we een paar dagen rust hadden gehad na ons avontuur op de Tête des Fétoules waren we klaar voor een volgende tocht. We hadden ons oog laten vallen op de Grande Aiguille de la Bérarde. Een berg die vanuit het dal weinig aansprekend op een vormeloze pudding lijkt, maar van een afstand toch wel een serieuze berg is.

De route waar we voor kozen was Granitude, 15 touwlengtes tot op de noordwestgraat en dan de graat volgen naar de top.

Bivak

Om ‘s ochtends kostbare tijd te besparen kozen we ervoor om alvast een stukje omhoog te lopen en daar te bivakkeren. Na een uur en een kwartier kwamen we om 17:30 uur aan op een geschikte plek en daarna hadden we nog mooi tijd over om het eerste deel van de aanloop te verkennen. Het was onoverzichtelijk terrein, heel veel losse puin waar slechts heel vaag een af en toe een spoor in viel te ontdekken. Na wat extra steenmannetjes te hebben gemaakt keerden we terug naar onze bivakplek. We zorgden goed voor onszelf met heerlijke pastasalade, stokbrood met kaas en salami en wat rode wijn.

Om 20:15 uur was de zon weg en koelde het snel af. Tijd om in de slaapzak te kruipen en uit te rusten voor de volgende dag.

Veel bewolking

Zondag 23 augustus 

05:30 uur wekker – bewolkt

06:00 uur Nog steeds bewolkt. Kwartier in de gaten gehouden en soms leek het dunner te worden. Alleen voor de aanloop al hebben we goed zicht nodig. Veel twijfel. Wat een rotsport is dit toch. Besloten om toch te gaan kijken. Als het zicht te slecht is kunnen we altijd nog omkeren.

06:45 uur Vertrek – Nare aanloop met het oversteken van twee lawinegeulen vol met puin. De tweede moest je eerst zo’n 30 meter door de rotsen omhoog klimmen voor je hem kon oversteken. Tijdens de aanloop hing de bewolking nog steeds laag waardoor het routezoeken lastig was. Gelukkig trok precies op het juiste moment de bewolking op waarop we besloten om door te gaan. Game on!

Slecht zicht tijdens de aanloop

08:30 uur Start klimmen. Ik de eerste lengte, waar Minke tijdens Alpien+ viel en haar pols brak. Dit zat steeds in mijn hoofd. Niet vallen! Afgeronde grepen, matige afzekering, niet moeilijk klimmen maar je moest toch netjes klimmen om niet te vallen. Pffff, die lengte is voorbij. Het drama van destijds kan ik achter me laten en me richten op de rest van de route.

Daarna om en om voorgeklommen. Martin kwam uit bij de 6a-lengte. Je moest links om een hoek klimmen (lastig en gelijk voorlopig de laatste tussenzekering) en daarna 6 meter plaat tot de volgende tussenzekering. Daarna nog zo’n stukje maar dan wat makkelijker.

Martin in het onderste deel van de route
Jeroen in het onderste deel

Zes lengtes tot op de pijler en daarvandaan wordt het minder steil en makkelijker. Je kunt al snel de topgraat zien, al is dat nog een eind weg. Je kunt hier overal wel klimmen, maar het is toch fijn om de geboorde standplaatsen te vinden. Aan kort touw regen we de lengtes aaneen en de eerste standplaatsen vond ik redelijk makkelijk. Daarna werd het onoverzichtelijker en stopte ik 5 meter onder een relais 🤣 Martin klom de laatste leuke lengte naar de graat.

Het eindpunt op de graat in zicht (spot de klimmer)
De laatste lengte naar de graat

De noordwestgraat

14:30 uur Korte pauze en touw opnemen.

Van daar weer aan kort touw en via verschillende torens naar de top(pen). Martin liet nog een gele cam vallen, maar die kon ik gelukkig terughalen. Al met al is dit nog een flinke verlenging ten opzichte van alleen Granitude klimmen en het duurde dan ook langer dan verwacht voor we de top bereikten. Wel absoluut een aanrader om het op deze manier te doen. Zo wordt het een echte alpiene onderneming, in plaats van een multipitch die je weer abseilt. Uiteindelijk bereikten we om 18:00 uur de top.

Noordwestgraat
Noordwestgraat
Nog een klein stukje
Summit!

18:15 uur Begin afdaling. Gelijk de eerste steenman onder de top. Veel afklimmen, snalle bandjes volgen, steenmannen zoeken, puinhelling oversteken, enz. enz. enz. Kortom, kutterrein. Een keer stapte ik op een groot (150x80x60?) rotsblok dat gelijk naar beneden schoof. Ik viel achterover en Martin kon nog net opzij springen. Dat had heel anders kunnen aflopen 😱

Het begin van de lange afdaling
Veel geitenpaadjes met op de juiste plaatsen steenmannetjes

21:15 uur Einde puinbak en vlak daarna vonden we het pad terug naar het bivak. Maar ook dat ging nog steeds niet makkelijk met glijpartijen en steile stukken.

21:45 uur Bivak Snel stokbrood met salami eten, nog wat water drinken en tassen inpakken.

22:00 uur Vertrek

23:00 uur Camping

Tête des Fétoules – Zuidpijler

Tête des Fétoules (3459m) – Zuidpijler 500m (TD max 6a)

La Bérarde – 18/19 augustus 2020

Als je het dal richting La Bérarde inrijdt is de eerste berg met een gletsjer die je voor je ziet, de Tête des Fétoules. Een berg die er om vraagt om beklommen te worden. Maar natuurlijk niet via de normaalroute, we zijn hier voor avontuur. Ons oog is gevallen op de zuidpijler.

BIVAK

We parkeren de auto langs de weg, hangen onze rugzakken om en dalen 150 meter af naar de rivier. Balen, want we weten dat we dit morgen aan het einde van de dag weer omhoog moeten. Als we de brug over zijn begint het pad weer te stijgen. In het begin vlot tot we voorbij een paar gebouwen zijn. Daarna wordt het pad vlakker en lopen we door een prachtig dal. Als we voorbij de hut zijn slingert het pad zich weer omhoog en winnen we snel hoogte. Na drie uur lopen vinden we op 2323 meter hoogte een geschikte bivakplaats voor de nacht. Een mooie vlakke plek op de splitsing tussen de afdaling over de normaalroute en de aanloop naar het begin van de zuidpijler. En het uitzicht is prachtig!

EEN HALF ONTBIJT

Als om 5 uur de wekker afloopt hebben we nog maar 1 ontbijt over. ’s Nachts heeft een vos de andere gestolen. Niet echt een probleem, want het overgebleven ontbijt bleek voldoende voor ons beiden. Een uur later vertrekken we richting de instap. Doordat de gletsjer, of wat daar van over is, zoveel kleiner is dan vroeger moeten we lang over puinhellingen omhoog lopen. Alleen direct bij de instap treffen we nog een klein sneeuwveld aan. Op onze stijgijzers klimmen we snel omhoog en verwisselen we onze schoenen voor onze klimschoentjes.

EEN PITTIGE START

De instap is anders dan verwacht. Wat we verwachten was een eenvoudige lengte naar de graat van de pijler. Nu staan we in een soort couloir, met links en rechts een spleet. Het meest logisch lijkt links, de meest directe lijn naar de graat. Maar het ziet er lastig uit. Martin kiest voor de rechter variant. Het gaat niet van harte. Is het de kou? Zenuwen? Of is het gewoon moeilijk? Na een meter of 25 roept hij ineens dat hij stand heeft gemaakt. Ik klim het snel na. Martin was niet zeker van de route en wilde overleggen. We kiezen voor een traverse naar links en ik neem het over. Het blijkt gelijk erg lastig te zijn. In een onhandige houding plaats ik een friend in een wijd uitlopende spleet waar ik niet goed zicht op heb. Mijn linker arm begint licht te verzuren. Snel plaats ik boven de friend een nut, omdat ik niet zeker ben van de friend. Om mijn linker arm te ontlasten vraag ik Martin om een blok. Zodra ik ga hangen schiet de friend uit de spleet en hang ik aan de nut. Pfff, lekker begin zo.

Het klimmen gaat nog iets omhoog en dan links wat schuin naar beneden. Ik waarschuw Martin dat ik er een kans bestaat dat ik ga vallen. Gelukkig gebeurt dat niet en klim ik de lengte verder zonder problemen uit. Helemaal enthousiast van mijn avontuur kom ik aan op de graat. We zitten goed! Maar mijn armen zijn volledig verzuurd en dat is geen lekker idee als je nog een kleine 500 meter moet klimmen…

HET DERDE RESSAULT

We hadden verwacht in het onderste deel aardig wat aan lopende zekering te kunnen klimmen. De praktijk was anders en we moesten alles uitzekeren. Er volgden (veel) meer vijfde graads lengtes dan we uit de oude Rebuffattopo hadden gehaald. En de moeilijkste lengtes moesten nog komen op het derde ressault. Voor ressault bestaat voor zover ik weet geen fatsoenlijk Nederlands woord. Het is een stijl stuk op een graat. Het derde ressault is 100 meter hoog en bevat de sleutellengtes. Aan de voet hiervan moesten we kiezen wat we zouden doen. Hier omkeren met een lastige afdaling voor de boeg of doorklimmen. Doordat het eerste deel veel tijd had gekost twijfelde Martin. Ik was echter enthousiast en wilde beslist doorklimmen, we hadden tijd genoeg. We besloten om door te gaan en Martin begon aan de moeilijkste lengtes van de dag.

De rots hier was verrassend goed en het klimmen was echt mooi. Het routezoeken is niet eenvoudig. Af en toe vinden we een oude mephaak en weten we dat we nog goed zitten. De volgende lengte is de mooiste van de hele route. Een prachtige 6a spleet. Echt fantastisch!

KRAMP

De inspanningen van de vroege ochtend breken me op. Ik krijg last van kramp in mijn vingers. Zodra ik iets vast wil pakken flapt mijn vinger in een haakse bocht. Met mijn andere hand moet ik dan die vinger weer recht buigen. Om 5 seconden later weer in de kramp te schieten. Het klimmen kost me hierdoor flink moeite en klimmateriaal verwijderen is echt lastig. Laat staan om materiaal te plaatsen. Ik moet het voorklimmen aan Martin overlaten. Soepel rijgt hij de lengtes aan elkaar. Na een paar lengtes gaat het iets beter en Martin biedt me aan om de volgende lengte voor mijn rekening te nemen. Het lijkt een eenvoudige schoorsteen. Zoals zo vaak ziet het er van onderen eenvoudiger uit dan het in werkelijkheid is. De schoorsteen is smal en de rugzak met pickel zit flink in de weg. Gniffelend komt ook Martin aan op de standplaats. Thanks dude ;-)

CUMBRE

Niet veel later staan we op de top van het vijfde ressault. Hier is een korte abseil en dan nog 100 of 150 meter simultaan klimmen naar de top. Dat is toch altijd een mooie beloning na een dag klimmen. Eindelijk kunnen we even zitten en hier eten we wat en drinken we mijn laatste water. Martin besloot halverwege de ochtend dat zijn water overbodig was en “gooide” zijn fles naar beneden.

De afdaling verliep zonder problemen. Eerst over de rotsen van de oostgraat tot we op de gletsjer kwamen. Daarna wisselde de gletsjer en puinhellinkjes elkaar af. Na de laatste sneeuwvelden was het buffelen over eindeloze puinvlaktes tot we eindelijk weer ons bivak bereikten. Hier konden we voor de tweede keer deze dag even zitten en bijtanken. We pakken onze spullen in en als het donker wordt beginnen we aan de twee uur en drie kwartier durende weg terug naar de auto. Mijn hoofdlampje was overdag in mijn rugzak aangegaan en nu is de accu leeg. Met behulp van het lampje op mijn telefoon vind ik de weg terug en om half een ’s nachts hebben we de 150 meter van de brug naar de auto ook weer achter de rug.

Mont Pelvoux – Noordgraat

Mont Pelvoux (3943m) – Noordgraat Pointe Puiseux (D+, IV, 5+ 1100m)

Ailefroide – 29 juli 2018

Matig weerbericht

Martin en ik vertrokken naar de Ecrins met een matig weerbericht. Matig, want er werd bijna dagelijks avondonweer voorspeld. Eenmaal aangekomen in Ailefroide lieten we er geen gras over groeien. De komende twee dagen leken de beste dagen van de komende week te worden om een grote route te klimmen. We hadden onze ogen laten vallen op de noordgraat van Mont Pelvoux. Geen tijd om te acclimatiseren, maar gelijk aktie!

We pakten onze rugzakken in met klimmateriaal, bivakmateriaal en eten voor een avond en een dag. Achteraf hadden we beter iets meer eten in kunnen pakken, maar dat is een koe in z’n gat kijken.

Een knuffel in het bivak

Met de auto rijden we ’s middags naar Pré de Madame Carle (1874m) en lopen in anderhalf uur naar het bivak Balmes de Francois Blanc (2445m). Vanaf de morene hebben we mooi zicht op Mont Pelvoux en de route van morgen en we bestuderen het nauwkeurig. Het routeverloop bovenin is namelijk niet eenvoudig. We eten nog wat en onder de ondergaande zon genieten van wat meegebrachte wijn. Bij het uitrollen van mijn slaapzak valt er ineens een knuffeltje van Ilse uit. Die was ze al een jaar kwijt!

Steenmannen op de Glacier Noir

Als om 3 uur de wekker afloopt zijn de toppen van de Ailfroide, Pic Sans Nom en Mont Pelvoux in de wolken. We maken ons er geen zorgen om en als we om 4 uur vertrekken zijn ze allang verdwenen. Een halfvolle maan en heldere sterrenhemel vergezellen ons als we de Glacier Noir oversteken. Steenmannen wijzen ons de weg en zonder problemen beklimmen we via een sneeuwveldje de rotsband met watervallen.

Toch een lange dag

Om 6 uur staan we onderaan de noordgraat en beginnen te klimmen. Het onderste deel is eenvoudig klimmen. We klimmen aan lopende zekering. Eigenlijk is het meer simultaan soloklimmen aan een touw, want tussenzekeringen zijn bijna niet (zinvol) te plaatsen. Veel rots ligt los, maar toch voelt het niet onzeker. Het gaat soepel en vlot. Als het zo door gaat zijn we in no time boven. Het grote ijsveld zijn we voorbij, het routeverloop is duidelijk. We klimmen veel op de graat en volgens een topo die we op internet hadden gevonden moeten we rechtsom de rode toren. Maar hoe we ook ons best doen, rechtsom is geen optie. We besluiten linksom te klimmen. Dat gaat goed, maar de flow is weg.

Vanaf hier wordt de wand flink stijler en wordt het routezoeken een stuk moeilijker. Hele duidelijke features ontbreken. Het klimmen wordt moelijker en het plaatsen van tussenzekeringen kost meer tijd of lukt soms hele lengtes helemaal niet. Toch lukt het ons om grotendeels de juiste route te vinden, alleen de rode versnijding hebben we gemist. Waarschijnlijk hebben we we alleen die lengte anders geklommen. De hoogte begint ook zijn tol te eisen en de uren tikken snel weg. De hoop op een snelle beklimming hebben we allang moeten laten varen. Op een gegeven moment zegt Martin dat het nog 1 lengte klimmen is naar de topgraat. Ik lach en schat het op nog zeker 2 lengtes. Een halve touwlengte later staat Martin op de graat. We kunnen het de verhoudingen na een dag klimmen niet meer goed inschatten.

De top van Mont Pelvoux!

De topgraat is smal en ziet er indrukwekkend uit. Toch blijkt het klimmen op de graat erg mee te vallen en 10 minuten later staan we op de top. Eindelijk kunnen we even zitten, wat eten en drinken en maken een topfoto. Zonder topfoto is het namelijk niet gebeurd. We binden de stijgijzers onder en beginnen aan de afdaling. Er zijn verschillende mogelijkheden, geen een is kort of makkelijk. We kiezen, ondanks het steenslaggevaar, voor Couloir Coulidge. De lengte van het couloir hadden we niet opgezocht, maar aan de hand van een foto dachten we hier wel in 20 minuten doorheen te kunnen stampen. Het kostte ons anderhalf uur om de 500 meter sneeuw af te dalen! Het couloir was langer dan verwacht en door de zachte sneeuw konden we niet voorwaarts naar beneden lopen. Maar goed, ook hier kwam een einde aan en tegen 22 uur hadden we alle moelijkheden achter ons gelaten. Vanaf hier was het alleen nog “maar 1800 hoogtemeters afdalen”.

Martin stelde voor om te bivakkeren en de volgende dag verder af te dalen. Voor hij was uitgesproken wees ik al een plek aan waar we wel konden slapen. Een discussie was niet nodig. Een grote (te kleine) platte steen (die niet plat genoeg was) bood een enigszins vlakke ondergrond om op te slapen. We hadden beiden nog 1 reepje en wat water en toen dat op was vielen we in een onrustige slaap.

Ontbijtje?

De volgende ochtend liepen we naar de Pelvouxhut om daar een ontbijtje te scoren. De huttenwaard hield er duidelijk een andere definitie op na en ontbijt werd een kop koffie en een Lion. Ieder 1, dat dan weer wel. Een paar uur later kwamen we aan op de camping en konden we genieten van een mooie beklimming. Martin ziet bekenden en gaat op de koffie, ik crash voor de tent en val vrijwel gelijk in slaap.

Wat aanvullende informatie

We hebben de Mont Pelvoux beklommen via de 1100m lange noordgraat. Omdat de gradatie maar D+ is, zou je de indruk kunnen krijgen dat dit een makkelijke route is. Vergis je hier niet in, het is echt een grote route. Hoewel de moeilijkste lengtes slechts 5+ zijn, moet je dit wel kunnen soleren omdat het erg lastig is tussenzekeringen te plaatsen. Tel daarbij op dat het routeverloop bovenin onoverzichtelijk is, de rots niet altijd even vast zit, de afdaling lang en/of complex is, je geen bereik met je telefoon hebt en dat afdalen over de route niet aan te raden is.

Met Martin beklom ik 2 jaar geleden de Innominata op de zuidwand van de Mont Blanc. Lees hier het verslag daarvan. En afgelopen februari klommen we samen de geweldige waterval Repentance Super in Cogne. Op Martin’s website staat hier een verslag over.

De aanloop naar het bivak

De aanloop naar het bivak

Ons bivak met op de achtergrond de noordgraat van Mont Pelvoux

De knuffel in het bivak met op de achtergrond Mont Pelvoux

Het begin van de noordgraat van Mont Pelvoux

Meer platen

Buttshot!

Richting het ijsveld

Topo lezen onder het ijsveld

Die kant op

Puin struinen

Het wordt al flink steiler

Mooi klimmen

Richting het torentje

Mixed terrein

Mixed op klimschoentjes

Super mooi allemaal

Eindeloze rots

Lastig routezoeken

Hier omhoog!

Zijn we er nou nog niet?

Weer terug op de graat

Een beetje moe aan het worden

Bandje naar links volgen

Prima standplaats

De laatste lengte tot de topgraat

De topgraat!

Het laatste stukje omhoog

Moe op de top

Geintje, niks aan de hand!

Rechtsvoor het Coulidge Couloir

Ons tweede bivak

Moe en hongerig na een slechte nacht

Water tanken

Ik gecrashd voor de tent

Gelukkig was Martin ook moe